Breuken optellen
1 | (Gemengde) breuken met gelijke noemers optellen
Samenvatting theorie
Breuken met gelijke noemers optellen.
Zijn de noemers gelijk?
Zo ja, dan de helen optellen en de tellers optellen.
Met pizza’s kun je dit heel goed begrijpen; je telt de hele pizza’s op en je telt de gelijke partjes op.
Oefenen met los werkblad
2 | (Gemengde) breuken met ongelijke noemers optellen; kies de grootste noemer
Samenvatting theorie
Bij optellen en aftrekken van breuken: altijd eerst de noemers gelijkmaken.
Denk aan pizza’s. Je kunt geen ongelijke stukjes bij elkaar optellen. Je moet eerst zorgen dat alle stukjes even groot zijn.
Probeer eerst de grootste noemer.
Als de grootste noemer een veelvoud is van de kleinste noemer, dan is die grootset noemer de beste keuze voor de nieuwe noemer; je hebt dan het minste rekenwerk en dus ook de minste kans op een rekenfoutje.
Oefenen met los werkblad
3 | (Gemengde) breuken met ongelijke noemers optellen; kies het product van de noemers
Samenvatting theorie
Bij optellen en aftrekken van breuken altijd eerst de noemers gelijkmaken.
Het product van de twee noemers werkt altijd maar is soms te veel werk. Soms wordt de noemer dan namelijk erg groot en wordt de berekening daardoor erg lang.
Oefenen met los werkblad
4 | Noemers gelijk maken; probeer een veelvoud van de grootste noemer
Samenvatting theorie
Bij optellen en aftrekken van breuken altijd eerst de noemers gelijkmaken.
Probeer eerst de grootste noemer, daarna twee keer de grootste noemer, enz.
Je bereking blijft dan zo kort mogelijk en aan het eind hoef je dan vaak ook niet meer je antwoord te vereenvoudigen.